Vorige maand, donderdag 27 februari, mocht ik met twee Walcherse collega’s (twee Chrissen!) voorgaan in de Open Hof in Kampen: de plek waar het kerkasiel vorm krijgt.
De uitgeprocedeerde familie Babayants uit Oezbekistan heeft hier haar thuis gezocht en gevonden sinds 21 november 2024. Zolang er kerkdiensten gehouden worden kan de politie hen niet oppakken en uitzetten. De klok rond is het dus een komen en gaan van voorgangers uit het hele land die diensten verzorgen in allerhande vormen, vanuit hele verschillende achtergronden…
Een enorme groep vrijwilligers van binnen en buiten deze gemeente begeleidt het kerkasiel. Ook zij staan dag en nacht paraat om het geheel te faciliteren. Om
voorgangers en bezoekers te begroeten, om iederte voorzien van kopjes thee en soep en lekkernijen.
Heel inspirerend en hartverwarmend om mensen te ontmoeten die er met hart en handen willen zijn voor deze familie.
Nu kreeg ik verschillende reacties toen ik vertelde dat ik naar Kampen ging of was geweest. Ofwel vond men het fijn dat we als kerken uit Zeeland meedoen; of men
keurde het af en vond dat we daarmee iets ondersteunen dat valse hoop geeft aan dit gezin.
Ik begrijp beide reacties. Ik heb mij dat ook zeker afgevraagd. Want laten we eerlijk zijn: de wind die uit Den Haag waait is guur en grimmig en geeft weinig aanleiding te denken dat deze familie, hier nu zó geworteld, daadwerkelijk zou mogen blijven. En tóch…
‘En toch’, ja daar gaat het over in de kerk, zo voelt het. Dat je op hoop van zegen doet wat je hart je ingeeft, je er voor die ander bent én gelooft, misschien wel tegen beter weten in, dat het kan: een wereld waarin mensen opstaan en elkaar tegemoet gaan.
Elkaar het goede toewensen. Elkaar recht doen. Voor mij voelde het in Kampen of we even dat denkbeeldige kruis mochten meedragen van deze familie. Het hen wat lichter maakten. Door er te zijn, door onze betrokkenheid te laten voelen. Een bezoeker zei het zo- en ik kan mij zó goed vinden in die woorden: “als het dan toch gebeurt- als ze hier weg moeten-dan gaan ze met een rugzak vól liefde. Dan hebben ze mogen ervaren dat in dit land waar het nu zo ongastvrij en kil voelt, er zorg om en voor hen was.”
We zijn onderweg naar Pasen. Straks is er de Goede Week. De week waarin we stil zijn bij het lijdensverhaal van Christus en dat verhaal leggen op de wonden van de wereld van nu. Wonden van ver weg- maar ook van hier. Wonden waarop wij een pleister kunnen zijn, indachtig Etty Hillesum. In Kampen bijvoorbeeld.
Elly van Kuijk-Spaans

Op 18 maart was het tweede drietal uit Middelburg aan de beurt. Dat werd een heel bijzondere viering met drie complementerende overwegingen: Peter
Morée over de vluchteling in de Bijbel, daarna ik over burgerlijke ongehoorzaamheid en ds. Jörg Buller als derde over hoe omstandigheden (mensen,
regels, bejegening) je kunnen verlammen.
De organisatie was uitstekend verzorgd met heel veel vrijwilligers, hun aantal groeit nog!
Heel apart en heel mooi om dit te hebben mogen doen.
Kampen is een prachtig, knus stadje met drie monumentale poorten en ook een deel van de oude stadsmuur nog intact.
Dirk van Leeuwen